Hoe zit dat met die mannen? Want het zijn voornamelijk mannen toch? Is dat niet gevaarlijk? Lopen ze gewoon vrij rond?’ Het zijn de standaardvragen die ik krijg als mensen weten dat ik in een tbs-kliniek werk. Iedereen vindt namelijk iets van ons tbs-systeem, en aangezien ik er werk, word ik al snel doelwit.
Ik beantwoord de vragen netjes: ‘Ja klopt, voornamelijk mannen. Nee, niet gevaarlijker dan een avondje stappen in Nijmegen én het grootste deel van de dag lopen ze gewoon rond.’
Het slechte imago van de tbs is écht onterecht: Het maakt ons land juist veiliger. Onderzoek toont aan dat de recidive binnen twee jaar na ontslag bij gevangenisstraf zo’n 47 procent is. Na een tbs-behandeling is die recidive 18 procent.
Teksten komen voort uit gevoelens als angst
Maar deze argumenten worden vaak aan de kant geschoven. De oordelen staan al vast. Het is ‘zonde van het geld’ en ‘als ik het voor het zeggen had kregen ze allemaal een spuitje’. Mensen kiezen absurde teksten boven gezond verstand. Het blijft frustrerend om me telkens te moeten verdedigen, hoewel ik denk dat deze teksten vaak voortkomen uit gevoelens als angst en bezorgdheid.
De mensen met wie ik werk, hebben ernstige delicten gepleegd. Echter ze zijn (vaak of altijd?) voortgekomen uit een psychische stoornis. Iets waarvoor ze behandeld moeten worden om te kijken of ze weer veilig de samenleving in kunnen.
Het lijkt wel of, wanneer je in het tbs-systeem belandt, je niet meer als mens gezien wordt. Ze hebben een delict gepleegd, maar zijn niet hun delict. De tbs komt ook alleen in het nieuws als dingen misgaan. Dit is de voornaamste reden van het grote imagoprobleem.
Iedereen verdient het om als mens te worden gezien
Als verpleegkundige – werkend in zo’n tbs-kliniek – voel ik me verantwoordelijk om het héle verhaal te vertellen. Want ik heb de kans om deze mensen te leren kennen. Pas dán kom je erachter dat het merendeel nooit een kans gehad heeft. Een onveilige jeugd, armoede, psychische kwetsbaarheid, ontmoedigd, radeloos en wanhopig. Deze factoren leiden er soms toe dat mensen op een onbegaanbaar pad terecht komen. Vaak een éénrichtingsweg die kan leiden tot iets onvergeeflijks. Maar hoe onvergeeflijk het delict ook is, iedereen verdient het om als mens te worden gezien. Dat mogen we niet vergeten.
Ik zal gesprekken over mijn werk nóóit uit de weg gaan. Want hoe gek misschien ook, het voelt als onderdeel van mijn werk. Per slot van rekening weet ik als geen ander: ook deze critici van tbs zijn maar gewoon mensen. En mensen kunnen veranderen.