Abdi

Verpleegkundige
“Ik geef nu bijvoorbeeld Liberman-training en agressietraining.”

Als verpleegkundige zag Abdi ziekenhuizen, revalidatieklinieken en psychiatrische instellingen vanbinnen. Maar telkens miste hij uitdaging, prikkeling. Tot hij in 2011 als stagiair-sociotherapeut bij de forensische verslavingsafdeling van de Oostvaarderskliniek in Almere aan de slag ging. “Veel verantwoordelijkheid, uitdagend werk, ontwikkelmogelijkheden én impact op de maatschappij. Ik heb mijn droombaan gevonden.”

Betere keuzes maken

Abdi is verpleegkundige én sociotherapeut, net als de collega’s uit zijn team. Als verpleegkundige waakt hij over de medische gezondheid van zijn patiënten. En als sociotherapeut behandelt hij hen tijdens hun verblijf op de afdeling. Meestal duurt dat zo’n zes tot acht maanden. De mensen die op Abdi’s afdeling verblijven, zijn vaak veelplegers, bij wie de delicten zijn verweven met hun verslaving. Abdi: “Mijn doel is niet om ze te genezen of te straffen, maar om ze te laten zien hoe ze morgen betere, gezondere keuzes kunnen maken.”

Ex-patiënten als voorbeeld

Dat lukt niet bij iedereen, maar successen zijn er regelmatig. “Zo belde laatst nog een ex-patiënt op. Hij vertelde dat hij al zes jaar clean is, gelukkig getrouwd is en twee kinderen heeft. Dat is toch geweldig?” Abdi en zijn collega’s nodigen dan ook regelmatig mannen uit die uit de kliniek zijn ontslagen en met wie het nu goed gaat. “Omdat we geïnteresseerd zijn hoe het met ze gaat, maar ook omdat ze als positief voorbeeld dienen voor de jongens die hier nu zitten.”

Professionele ontwikkeling

In het afgelopen decennium heeft Abdi zich als professional flink ontwikkeld. Hij is nu senior sociotherapeut, wat onder andere betekent dat hij de kliniekbrede visie op zijn vakgebied mee ontwikkelt. Ook coacht hij teamleden en is hij voorzitter bij de wekelijkse intervisie-sessies. Maar ook vakinhoudelijk verbreedde hij zijn horizon. “Ik geef nu bijvoorbeeld Liberman-training en agressietraining.”

Intensief contact

Hoe zijn werk er verder uitziet? “Ik ben mentor van twee patiënten. Voor hen schrijf ik behandelplannen en bewaak ik de processen in het netwerk van alle betrokkenen om de patiënt heen, zoals de psychologen, delictbehandelaren en reclasseringsambtenaren. Soms begeleid ik iemand ook op verlof. Dagelijks heb ik ook veel contact met de andere patiënten op de afdeling. Zo ontbijten en lunchen we gezamenlijk. ’s Ochtends nemen we de dag met elkaar door. Soms ga ik mee naar bijvoorbeeld dagbesteding of sport. En geef ik groepstrainingen en begeleid ik gespreksgroepen.

Meedenken over beleid

Doordat je als sociotherapeut zo intensief contact hebt met de patiënten, heb je ook een belangrijke stem in het beleid van de kliniek”, vertelt Abdi. “Dat vind ik heel mooi bij ons. Als je een goed idee hebt, kan het zomaar zijn dat het bijvoorbeeld in het jaarplan wordt opgenomen.

Continu scherp zijn

De diversiteit van het werk, de patiënten – die soms meester zijn in manipuleren – en de grote verantwoordelijkheid vragen om continue scherpte. Voor Abdi geen probleem. “Dit is sociotherapie next level. Ik krijg daar juist energie van. Elke dag ga ik met plezier naar mijn werk. Tegenover de incidenten die af en toe voorkomen, staan zoveel mooie en leuke momenten. En er is een enorme teamspirit. We zijn heel open naar elkaar. Gaat er een keer wat mis, dan bespreken we dat en kijken we hoe we het de volgende keer beter kunnen doen.”

De andere kant van verhalen in de media

Als er één ding is dat Abdi heeft geleerd in de Oostvaarderskliniek, is het wel dat de verhalen over delinquenten in de media slechts één kant van het verhaal zijn. “De delicten die onze patiënten hebben gepleegd zijn soms gruwelijk. Dat bagatelliseren we niet hoor. Maar als je hier werkt krijg je ook de levensgeschiedenis van patiënten te lezen en kun je beter begrijpen hoe het zo gekomen is. Dit zijn mensen waar de normale maatschappij haar handen vanaf trekt. Het is aan ons om mogelijkheden te zien. Te zorgen dat zij zélf die tweede kans willen verdienen. En als je hier binnen de muren rondkijkt, zie je vanzelf dat veel mensen keihard werken voor die tweede kans. Dat lees je niet in de media, maar kun je alleen zelf ervaren.”