Tbs staat voor terbeschikkingstelling en is een maatregel die een rechter kan opleggen aan mensen die psychiatrische problemen hebben en daardoor vaak geheel of gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar zijn ten tijde van het plegen van het delict. Bij deze mensen is na onderzoek aangetoond dat zij psychiatrische problemen hebben en, mede daardoor, een ernstig delict pleegden. Het gaat dan om een ‘tbs-waardig’ misdrijf waarvoor minimaal vier jaar gevangenisstraf wordt opgelegd. Ook moet er kans op herhaling bestaan.
Een rechter kan tbs in 2 varianten opleggen: tbs met dwang of tbs met voorwaarden. Welke soort tbs een dader krijgt, hangt af van het misdrijf en de kans op terugval.
Tbs met voorwaarden
Tbs met voorwaarden is een lichte vorm van tbs. De dader moet zich aan bepaalde voorwaarden houden. Die houden bijvoorbeeld in dat de dader: een bepaalde periode geen drugs of alcohol mag gebruiken; zich (klinisch) psychiatrisch laat behandelen; zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering heeft het toezicht hierop. Een tbs-patiënt met voorwaarden wordt niet gedwongen verpleegd. Hij verblijft wel vaak in een verslavingskliniek of een forensisch psychiatrische kliniek (FPK).
Tbs met dwangverpleging
Bij tbs met dwangverpleging wordt de dader verplicht verpleegd in een gesloten tbs-kliniek. Daarnaast krijgt de tbs-patiënt een (niet-verplichte) behandeling die gericht is op terugkeer in de maatschappij. De tbs is voor 2 jaar. Na 2 jaar kan de rechter de tbs verlengen, met steeds 1 of 2 jaar.
Tbs met dwangverpleging eindigt altijd voorwaardelijk. Dat betekent dat de dader zich ook na de maatregel moet houden aan afspraken met de reclassering. Er is geen maximumtermijn meer voor de voorwaardelijke beëindiging van tbs. Dat betekent dat rechters het toezicht kunnen blijven verlengen als de kans op recidive onvoldoende is afgenomen. Dat kan jaarlijks of elke 2 jaar. De tbs-patiënt kan tegen elke verlenging in beroep gaan.
De rechter kan alleen tbs opleggen als aan drie voorwaarden wordt voldaan:
1. Ten tijde van het delict was er sprake van een psychische stoornis. In de meeste gevallen is er als gevolg daarvan een gehele of gedeeltelijke ontoerekeningsvatbaarheid.
2. Er is kans op recidive (het opnieuw plegen van een delict).
3. Op het gepleegde delict staat een gevangenisstraf van minimaal vier jaar.